top of page
notatie
 

De enorm uitgebreide toonruimte maakt de typische gitaarnotatie in één systeem erg moeilijk, omdat er constant verwarrende octaven of te veel hulplijnen nodig zouden zijn. Omdat ook scordaturen vaak worden gebruikt, is een tablatuur met elf regels optimaal gebleken. Deze tabulatuur volgt het normale patroon van de moderne gitaartabulatuur: d.w.z. de hoogste snaar bovenaan, de frets die worden gespeeld of de snaren die open worden gespeeld, worden aangegeven met cijfers. Voor de eerste maat wordt de stemming gebruikt. Omwille van de duidelijkheid zijn de zesde en negende regel verdikt - hierdoor kan de tabulatuur ook tot aan deze regel worden gespeeld met een normale gitaar (als de derde snaar op F# is gestemd). Om ervoor te zorgen dat halve en hele noten gemakkelijker te herkennen zijn, zijn ze gemarkeerd met een cirkel (dunne cirkel voor halve noten, dikkere voor gehele noten).

Dit systeem van uitgebreide tabulatuur laat ook tot vierstemmige notatie toe, de ritmetekens van de middenpartijen staan dan in de lijnen. In tegenstelling tot de normale tabulatuur, is het einde van elke noot onmiddellijk duidelijk door rusten of dempende tekens. Als er actief gedempt moet worden met de duim, wordt dit aangegeven met een * op de lijn van de te dempen snaar. Omwille van de duidelijkheid worden punten direct na elke toon geplaatst. Om verwarring met de tabulatuurnummers te voorkomen, worden Griekse letters (α β γ δ) gebruikt voor de vingerzetting van de linkerhand, terwijl pimac (dwz gitaarstandaard) wordt gebruikt voor de rechterhand.

167.jpg
bottom of page